Eigenaars van een tweede verblijf aan de kust betalen zowel aan de gemeente als aan de provincie een extra belasting. Die is een bron van veel rechtszaken, maar dat is geen vrijgeleide om niet te betalen.
Wie een tweede verblijf aan de Belgische kust heeft, moet rekening houden met jaarlijkse 'woonbelastingen'. U moet de onroerende voorheffing betalen, en een specifieke belasting op tweede verblijven.
In de kustgemeenten heft zowel de gemeente als de provincie een belasting op tweede verblijven. Die geldt voor eigenaars van huizen en appartementen waar niemand gedomicilieerd is.
De essentie
Alle tien Vlaamse kustgemeenten rekenen de eigenaars een tweedeverblijfstaks aan. De achterliggende redenering is dat de mensen met een tweede verblijf daarmee bijdragen voor de dienstverlening en de infrastructuur van die gemeente. Denk aan de gemeentelijke afvalophaling, het containerpark, brandweer, politie en onderhoud van de openbare domeinen. De belasting wordt ook soms gemotiveerd als een weeldebelasting, of soms vanuit de bekommernis om de gemeente betaalbaar te houden voor de lokale bevolking.
De tweedeverblijfstaks verschilt van gemeente tot gemeente. Door de jaren heen hebben tal van badplaatsen hun belastingreglement en de motivering aangepast. De tarieven schommelen tussen 645 euro in De Haan en 1.239 euro in Koksijde.
In meer dan de helft van de badplaatsen gaat het om een forfaitaire belasting, ongeacht het type en de waarde van het vastgoed. Een eigenaar van een kleine studio met zicht op een binnenkoer betaalt er evenveel als die van een luxepenthouse met frontaal zeezicht.
De Panne, Koksijde, Nieuwpoort en Middelkerke houden rekening met de bewoonbare oppervlakte en belasten studio’s minder dan grotere appartementen en woningen. Oppervlaktes tot 40 vierkante meter worden beschouwd als een studio. In De Panne is dat 45.
De tweedeverblijfstaks is een bron van tal van gerechtelijke geschillen. Eigenaars stappen naar de rechtbank om de taks aan te vechten, zeker in de gemeenten waar de vaste inwoners niet via de personenbelasting bijdragen aan de gemeentebelasting. Koksijde, Knokke-Heist en De Panne passen geen aanvullende heffing toe op de personenbelasting voor hun vaste inwoners.
De uitspraken in de rechtszaken over de tweedeverblijfstaks van de gemeenten zijn soms in het voordeel van de belastingplichtige, andere in het nadeel. ‘Het discussiepunt is telkens of het gelijkheidsbeginsel is geschonden. De vraag is of het onderscheid tussen de vaste inwoners en de eigenaars van een tweede verblijf redelijk is’, zegt Thierry Lauwers van Lauwers Advocaten.
Wie de taks wil betwisten, moet dat zelf via de voorziene procedures doen. ‘Een uitspraak van de rechtbank geldt alleen voor de specifieke belastingplichtige en het specifieke belastingjaar. Het betekent dus geenszins dat iedereen met een tweede verblijf in die badplaats plots de belasting niet meer moet betalen.’
De uitspraak van de rechtbank kan wel een precedent zijn. ‘De rechtszaken verhogen de druk op het politieke niveau. Vaak zien we dat de belastingregeling in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in vraag gesteld wordt’, zegt Lauwers.
Boven op de gemeentelijke belasting op een tweede verblijf is er aan de kust ook een West-Vlaamse provinciebelasting op tweede verblijven. Die bedraagt 132 euro per tweede verblijf.
Midden september oordeelde voor het eerst een rechtbank dat die provinciebelasting discriminatoir is. Het hof oordeelde dat er geen echte verklaring is voor het feit dat eigenaars van een tweede verblijf drie keer meer belasting betalen dan gezinnen en zelfs zes keer meer dan alleenstaanden. Voor vaste inwoners bedraagt de provinciebelasting 44 euro voor gezinnen en 22 euro voor alleenstaanden.
Over de provinciebelasting voor de aanslagjaren 2022 en 2023 zijn procedures hangende bij de Raad van State. Als die provincieverordeningen vernietigd worden, kunnen wel alle belastingplichtigen de betaalde belasting voor die jaren terugvorderen.
Bron: De Tijd