De federale regering plant een nieuwe maatregel om de aangifte van de huurinkomsten door de verhuurders correcter te laten verlopen. Huurders die hun huur als beroepskosten inbrengen in hun jaarlijkse belastingaangifte zullen extra informatie moeten geven.
Het gaat om de naam en voornaam, het adres en het rijksregisternummer van de verhuurder. Voorts moet de huurder ook het adres van het gehuurde pand, het totale bedrag van de huur en het deel ervan dat is afgetrokken als beroepskosten vermelden.
De wetgeving is nog in de maak, maar de nieuwe verplichting zou er zowel voor particulieren als voor vennootschappen komen en gelden vanaf de belastingaangifte die volgend jaar moet worden ingediend. Als de huurder de verplichting niet nakomt, zou hij de huur niet meer fiscaal kunnen inbrengen.
De huur kan een onderdeel zijn van de werkelijke beroepskosten. Van een beroepsinkomen mogen alle kosten om dat te verwerven of te behouden afgetrokken worden. De aangifte van werkelijke beroepskosten is alleen interessant als ze hoger zijn dan het kostenforfait. Voor huurders die vrede nemen met het kostenforfait verandert niets.
Gebruikt de huurder een pand deels privé en deels voor zijn beroep, bijvoorbeeld 80 procent privé en 20 procent professioneel? Als in de geregistreerde huurovereenkomst de huurprijs werd uitgesplitst, mag de verhuurder dezelfde uitsplitsing gebruiken in de belastingaangifte: de werkelijke huur voor het deel met professioneel gebruik en een proportioneel deel van het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen voor het overige.
‘Is er geen uitsplitsing in het huurcontract, dan moet de huurder de brutohuur aangeven net alsof hij de woning volledig professioneel gebruikt’, zegt Jef Wellens, fiscalist bij Wolters Kluwer. Maar dat zou in de regeling met de nieuwe aangifteplicht niet gebeuren. De administratie zou niet belasten op basis van het huurcontract, maar op basis van de informatie die de huurder moet geven.
Als professioneel gebruik verboden is, mag de huurder de betaalde huur of een deel ervan niet als beroepskosten in zijn belastingaangifte aangeven. Maar soms doet de huurder dat toch, ondanks het verbod in het huurcontract. ‘De belastingcontroleur van de huurder kan dan een gegevensfiche opmaken en die bezorgen aan de controleur van de verhuurder. Die laatste kan dan nagaan of de verhuurder de huurinkomsten correct heeft aangegeven’, zegt Wellens. ‘Gaf de verhuurder de inkomsten niet correct aan, dan krijgt hij een bericht van wijziging en moet hij wellicht meer belastingen betalen.’ In de nieuwe regeling wordt dat proces geautomatiseerd.
‘Omdat een verhuurder niet weet hoe een huurder zijn belastingaangifte invult, staat in het huurcontract een clausule. Als de huurder de huur toch aangeeft als beroepskosten, kunnen de financiële gevolgen daardoor op hem verhaald worden’, zegt D’Hauwers. ‘Huurders doen er dus goed aan hun huurcontract te respecteren, zo niet dreigt hen dat zuur op te breken.’
Als een huurder de gehuurde woonst (deels) professioneel wil gebruiken, kan een bijlage bij de huurovereenkomst gevoegd worden. Die moet - net als de huurovereenkomst - geregistreerd worden.
‘We raden de verhuurder aan bijkomende huur te vragen om de hogere belasting van de huurinkomsten te compenseren. Een vuistregel is dat de huurprijs voor professioneel gebruik ongeveer een derde hoger moet zijn dan de huurprijs voor privégebruik’, zegt D’Hauwers. ‘Stel dat u een appartement voor 900 euro verhuurt en de huurder wil het voor een derde professioneel gebruiken. Het beroepsgebruik slaat dan op 300 euro van de huurprijs. Die moet met een derde verhoogd worden, met 100 euro dus. Dat brengt de totale huurprijs op 1.000 euro.’